Dijken in Zeeuws-Vlaanderen

Zeeuws Vlaanderen heeft vele kilometers dijk, ieder met z’n unieke natuur- en soms cultuur- waarden.

Bijna allemaal hebben ze in het verleden als zeewering gediend. Na de inpolderingen werden ze op allerlei manieren door de mens gebruikt, vooral voor de beweiding met rondtrekkende schaapskudden. Dat, en de grote verschillen in bodem, ligging, steilte etc. heeft een gevarieerde plantengroei opgeleverd. Vandaar de naam ‘bloemdijken’. Je vindt er o.a. dubbelkelk, wilde kaardebol en donderkruid, maar ook wilde marjolein, aardaker, moeslook en kruisdistel.

Op de dijken staan bij elkaar zo’n 2000 knotbomen. Ooit aangeplant als leverancier van geriefhout en brandhout. Nu zijn ze van belang voor holenbroeders als de steenuil en de holenduif.

Je kunt er heerlijk fietsen en wandelen.